Het omgevingsrecht is de laatste decennia uitgegroeid tot een een complexe en versnipperde regelgeving met vele sectorale regelingen en procedures. Deze complexiteit heeft ook zijn weerslag op grote projecten waar tegen complexe procedures en onsamenhangende sectorale regels wordt gelopen. Deze complexiteit en de vraag om een ontwikkelingsgericht en dynamische stelsel maakt het huidige omgevingsrecht een log geheel.
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft daarom de eerste stappen gezet naar de wettelijke basis voor een integraal, overzichtelijke en eenvoudig omgevingsrecht. Er zal een compleet nieuw stelsel worden ontworpen die straks het wettelijk kader biedt voor de fysieke leefomgeving.
Op 14 november jl. werd in Den Bosch de derde en laatste regioconferentie ‘Oog op de Omgevingswet’ van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gehouden. Een soort consultatieronde waarbij het Rijk haar visie over de Omgevingswet wilde delen met de mensen uit de uitvoeringspraktijk en daarbij ook graag opmerkingen en aanbevelingen vanuit die praktijk in ontvangst nam.
In een plenair gedeelte werd een korte toelichting gegeven over het doel, nut en noodzaak van een nieuwe herziening van het omgevingsrecht. Vervolgens werd in een antal deelsessies ingegaan op bepaalde thematieken die speelden binnen het omgevingsrecht.
Enkele korte bevindingen en conclusies naar aanleiding van de conferentie gisteren:
– In de Omgevingswet komen een drietal kerninstrumenten centraal te staan, te weten een Omgevingsvisie, een Omgevingsplan/-verordening en een Omgevingsvergunning. Het instrument bestemmingsplan zal, afgaande op het gestelde, verdwijnen en een plaats krijgen binnen de Omgevingsverordening.
– Afwijken van de Omgevingsverordening kan nog altijd met een projectbesluit.
– Alle vergunningprocedures krijgen de reguliere procedure tenzij het bevoegd gezag aangeeft dat er een ingrijpende planologische inbreuk is, er veel belanghebbenden met bedenkingen zijn of als de verzoeker dit vraagt.
– Er zal meer bestuurlijke afwegingsruimte komen in de besluitvorming ten aanzien van de normering en toelaatbaarheid van omgevingsaspecten.
– Aan de andere kant zal de rechtszekerheid naar verwachting worden ingeperkt.
– Hoewel I&M stelt dat in maart/april 2012 het voorontwerp ter consultatie zal worden voorgelegd en nu niets bekend is over de inhoud en structuur van de Wet, hebben verschillende mensen van I&M toch impliciet de suggestie gewekt dat er al een tekst klaar ligt.
Dit zijn natuurlijk slechts een paar zaken die ingrijpende gevolgen hebben voor het ruimtelijk bestuursrecht en wellicht bestaat er nog alle kans dat zaken veranderen.