Einde van het bestemmingsplan door nieuwe Omgevingswet?

Wederom een mooie bijdrage van Corinne Camman-Slotboom op de site van Eiffel.

Op 30 november 2011 is de Bestuurlijke Top gehouden over de Omgevingswet. Op de site van de VNG is hiervan een verslag te vinden. 

VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma over de Omgevingswet: “Gemeenten zijn ervan overtuigd dat het omgevingsrecht eenvoudiger moet en kan. Het is tijd voor een herziening die het eenvoudiger maakt om steden, dorpen en landelijk gebied vitaal en betaalbaar te houden.”

Succesfactoren
Gemeenten hebben tijdens de Bestuurlijke Top een aantal succesfactoren gegeven, die het kabinet zou moeten betrekken bij besluitvorming over de nieuwe wet. Een van die factoren, viel me in het bijzonder op:
“Zorg voor een hanteerbare overgangssituatie. Het gehele wetgevingsstelsel is zó omvangrijk, dat een complete fundamentele herziening in één keer lastig is. Wetten en instrumenten die wél goed werken, moeten niet zonder meer van de hand worden gedaan, herziening van het omgevingsrecht is geen doel op zich.”

Ik snap de vrees voor een hele nieuwe situatie. Nieuwe ingewikkelde wetgeving, dat is wel het laatste waar gemeenten en haar inwoners op zitten te wachten. En natuurlijk, dat wat werkt zou ik ook niet zomaar overboord gooien. Maar, biedt het maken van een nieuwe wet nu niet juist een hele mooie kans voor de toekomst?

Heilige huisjes
Zo vond ik op omgevingswet.com een verwijzing naar een artikel over de voorjaarsoratie van professor Tonnaer aan de Open Universiteit over de vertrouwen in het omgevingsrecht. Hij stelt het volgende:

// “Alles moet anders dan tot nu toe, niet meer een beetje aan de knoppen draaien maar radicaal anders.” //

Professor Tonnaer pleit voor een omgevingsplan. Dus “weg met de heilige huisjes”. Geen bestemmingsplannen meer, maar omgevingsplannen. Een soort combinatie tussen een structuurvisie (een visiegericht deel) en een bestemmingsplan (gebiedsgerichte uitvoering). Daarnaast zouden alle gemeentelijke verordeningen voor omgevingsbeleid moeten worden gebundeld in een gemeentelijke omgevingsverordening.

Overigens ben ik wel erg benieuwd hoe gemeenten staan tegenover het eventueel verdwijnen van bestemmingsplannen, aangezien nu hard wordt gewerkt aan de actualisering van alle bestemmingsplannen…

Oude en nieuwe instrumenten?
Ook een instrument vergelijkbaar met de beheersverordening wordt door de professor, net als bij de regiobijeenkomsten, uit de kast gehaald. Een instrument waar tot nog toe vrijwel geen gebruik van is gemaakt. Misschien ook wel omdat het oude, vertrouwde instrument bestemmingsplan bleef bestaan. Tot slot pleit Tonnaer voor meer vertrouwen, minder normen en meer vrijheid voor gemeenten.

Gemeenten roepen om decentralisatie, maar lijken mij wel wat voorzichtig ten aanzien van een herziening van het omgevingsrecht. Toch denk ik dat, juist met het loslaten van oude kaders zoals een bestemmingsplan, ruimte ontstaat voor nieuwe, betere kaders. Daarbij hoef je de goede kanten van bestaande instrumenten niet te verliezen, wellicht alleen anders en efficiënter in te richten.