NVB Bouw: “Helemaal klaar met de vernieuwingsdrift!”

Minder lasten, minder kosten en meer tempo in bouwprocessen. De Omgevingswet belooft het bedrijfsleven eindelijk de winst waar het al zo lang op wacht. Beter nog: na deze allesomvattende wet  is het afgelopen met nieuwe ruimtelijke regelgeving. Maar sommige ondernemers zijn nu al helemaal klaar met de vernieuwingsdrift. Zij vinden het een chaos en verwachten dat die alleen maar groter wordt.

Het was de afgelopen drie jaar druk met nieuwe wet- en regelgeving op het vlak van ruimtelijke ordening. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Crisis- en herstelwet (Chw), het net aangenomen nieuwe Bouwbesluit waarvan nu al, vier maanden voor invoering, de onvolkomenheden worden erkend. En dat is nog maar een greep.

Momenteel werkt het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) aan alweer twee nieuwe wetten. Staatssecretaris Bleker wil komend voorjaar zijn nieuwe natuurwet bij de Tweede Kamer hebben en minister Schultz is bezig met het ultieme project: de Omgevingswet. Deze gaat álle bestaande wet- en regelgeving voor de leefomgeving vervangen, inclusief de recente vernieuwingen (zie kader).

Megalomaan
Zeer onverstandig, vinden juristen Coen van Rooyen en Frits Nuss van NVB Bouw, de branchevereniging van projectontwikkelaars. In een opiniestuk op de website van NVB Bouw roepen ze afgelopen week op tot opschorting van de‘megalomane operatie’ tot de praktijk overweg kan met alle andere recente vernieuwingen. ‘Er is een lawine van nieuwe regelgeving over de sector uitgestort,’ zegt Van Rooyen. ‘Door de dadendrang van de politiek gaat het allemaal veel te snel.’ Nuss: ‘Natuurlijk zijn wij voorstander van deregulering, zoals de recente wetten en ook de Omgevingswet beogen. Maar doe het met beleid, niet alles tegelijk. Geef de mensen die ermee moeten werken de ruimte om eraan te wennen.’

Door de haastige invoering van nieuwe wetten heerst er chaos, zeggen de juristen. Vooral de Wabo bezorgt ondernemers en ambtenaren volgens hen hoofdpijn. Bedrijven hebben ruim een jaar na invoering nog steeds moeite met de‘onleesbare’ wetteksten. Door de ingewikkelde procedures rond vergunningaanvragen worden gemeenten onevenredig zwaar belast. Als gevolg daarvan zijn een aantal gemeenten nu bezig hun leges te verhogen. ‘Waarmee de beoogde lastenverlichting goeddeels teniet wordt gedaan’, aldus het duo. Ook in de Tweede Kamer zijn onlangs vragen gesteld over de verhoogde kosten.

Omgevingsloket
Ook met het digitaal afhandelen van vergunningaanvragen loopt het nog steeds niet, zegt Nuss. De ICT waar gemeenten mee moeten werken in het Omgevingsloket Online was de oorzaak dat de Wabo voor invoering twee keer werd uitgesteld. In de eerste maanden na ingang van de wet hielden de technische problemen aan. Een deel van de gemeenten stapte zelfs weer noodgedwongen over op de oude ‘papieren’ verwerking. Bedrijven moesten toen naast de digitale aanvraag ook een papieren versie inleveren. ‘Dat zijn geen kinderziektes gebleken,’ aldus Nuss. ‘Het komt nog steeds voor. Ook gebeurt het printen soms in de backoffice van gemeenten. Dat komt de snelheid van het proces natuurlijk niet ten goede. Bovendien zijn ambtenaren extra kritisch op de ingediende bescheiden om tijd te winnen. De termijnen voor een aanvraag gaan namelijk pas lopen als alles volledig en correct is ingediend.’

Een principiëler manco is dat de grondgedachte van de Wabo niet blijkt te werken. De wet beoogde bestaande vergunningen – bijvoorbeeld voor kap, sloop en milieuontheffingen – te vervangen door één omgevingsvergunning die in één keer aan het begin van het bouwproces kon worden aangevraagd. Dat gaat voor ontwikkelaars niet op, zegt Van Rooyen. ‘Een ondernemer die een stuk grond koopt, werkt gefaseerd. Hij weet niet direct wat hij ermee gaat doen en dus of hij bijvoorbeeld een afwijking van het bestemmingsplan moet aanvragen. Laat staan dat hij meteen een complete tekening kan overleggen.’ Het gevolg: bedrijven moeten alsnog meerdere malen langs het Omgevingsloket.

Onvolgroeid
Het Wabo-scenario is illustratief voor wat zich bij de Omgevingswet in het kwadraat gaat afspelen, is de stellige overtuiging van de juristen. Die wet integreert namelijk niet alleen de procedures – zoals bij de Wabo – maar ook de toetsingskaders van de diverse wetten. Wat het nog erger maakt, zeggen de juristen Nuss en Van Rooyen, is het feit dat nieuwe wetten en regels vaak in een zeer kort tijdsbestek en daardoor ‘onvolgroeid’ worden ingevoerd.

‘Neem het Bouwbesluit’, zegt Van Rooyen. ‘Dat wordt 1 april volgend jaar waarschijnlijk van kracht, maar is nu al omstreden. Bij de behandeling in de Tweede Kamer regende het moties. De onvolkomenheden worden de komende maanden met een zogeheten veegbesluit nog snel even weggepoetst.’ Een ander voorbeeld is de gelijktijdige ontwikkeling van de Wet natuur en de Omgevingswet, door de minister en staatssecretaris van hetzelfde departement, terwijl de natuurwet waarschijnlijk straks ook weer in de grote wet moet opgaan. Nuss: ‘Op het gevaar af te klinken als een plaat die blijft hangen: konden we met die natuurwet nou niet even wachten?’

NVB Bouw staat niet alleen in haar kritiek. Op een aantal punten vindt de branchevereniging in elk geval de gemeenten aan haar kant. Ook voor ambtenaren gaat de vernieuwingsdrift in de ruimtelijke ordening te snel, zegt voorzitter Annemarie Jorritsma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook over de parallelle voorbereiding van natuurwet en Omgevingswet sprak zij haar bedenkingen uit. De VNG laat het echter bij deze waarschuwingen, want dat de Omgevingswet een verbetering zal zijn vergeleken met de brij aan wetten en regels die er nu is, staat voor gemeenten vast.

Korte metten
Dat geldt ook voor Co Verdaas, gedeputeerde ruimtelijke ordening in Gelderland, die resoluut korte metten maakt met alle bezwaren. ‘Het getuigt van een defensieve houding,’ stelt hij. ‘Het is alsof je zegt: we zitten nu in één groot moeras, maar laten we het niet droog maken, want dan worden we nog viezer.’

Verdaas houdt zich sinds jaar en dag bezig met de ruimtelijke ordening. Eerst als promovendus, daarna als Kamerlid voor de PvdA, nu als provinciebestuurder en, op persoonlijke titel, als voorzitter van een van de vijf adviesgroepen van minister Schultz. Dat het niet té snel mag gaan met de Omgevingswet vindt hij ook. In september waarschuwde provinciekoepel IPO het kabinet in een gezamenlijke brief met de VNG nog voor een ‘warrig product’. Maar het tijdpad dat toen gold is inmiddels naar tevredenheid van de provincies aangepast, zegt Verdaas. ‘Het is op zich goed dat de minister tempo maakt. De voortdurende wetswijzigingen van de voorbije jaren zijn juist symptomen van het feit dat de huidige regelgeving onwerkbaar is. De Omgevingswet is niet zomaar de zoveelste vernieuwing. We beginnen nu als het ware blanco: hoe zouden we het wet- en regelsysteem voor de leefomgeving inrichten als er nog niets was op dat vlak? Daarmee komt er een einde aan de huidige historisch gegroeide wildgroei. Daar moet je geen vijf jaar mee willen wachten.’

Voorspelbaarder
Ook in het bedrijfsleven klinken tegengeluiden. Werkgeversorganisatie VNO-NCW heeft er vertrouwen in dat de Omgevingswet ondernemers wél de lang gewenste oplossingen biedt. Adviseur omgevingsrecht Jan van den Broek, ook lid van een adviesgroep van het kabinet: ‘Mijn ervaring is dat het ministerie goed luistert naar de inbreng van de praktijk. We hebben er bijvoorbeeld op gehamerd dat er begrijpelijke wetteksten moeten komen en dat bouwprocessen door het schrappen en samenvoegen van regelingen voorspelbaarder worden. Dat laatste is waar bedrijven bovenal behoefte aan hebben. Als dat lukt, zal het huidige risicomijdende gedrag van gemeenten afnemen. Nu vragen zij om zich in te dekken naar allerhande onderzoeken van bedrijven die moeten aantonen dat ze de regels niet gaan overschrijden. Sommige daarvan blijken achteraf niet eens nodig.’

Ook de vernieuwingsdrift van de afgelopen jaren relativeert Van den Broek:‘De wet- en regelgeving is zo complex en veelomvattend, het is goed dat we niet hebben gewacht met veranderen wat we slimmer kunnen regelen. Met de natuurwet had het kabinet nog wel kunnen wachten. Anderzijds: als die wet modulair wordt opgebouwd, kunnen de ruimtelijke onderdelen straks vlot in de Omgevingswet worden aangepast.’

Bron: SConline
Auteur: Linda van Tilburg