Geen zicht op eindresultaat bij Omgevingswet

Eind 2013 moet het wetsvoorstel voor de Omgevingswet bij de Kamer liggen, aldus het regeerakkoord. Maar juridisch gesoebat voert de boventoon, zonder zicht op het eindresultaat en zonder aandacht voor de eindgebruiker. De kritiek komt van de eigen adviescommissies van minister Schultz van Haegen.

Of hij er voor spek en bonen bij zit? ‘We mogen over de schouder meekijken. Ik hoop dat we enige invloed hebben, maar voorlopig heb ik daar nog niet veel van gemerkt,’ zegt Duco Stadig na een diepe zucht. De voormalig wethouder ruimtelijke ordening in Amsterdam, thans werkzaam als vastgoedconsultant, leidt een van de vijf adviescommissies die door minister Schultz van Infrastrucuur en Milieu zijn ingesteld om bij het opstellen van de Omgevingswet te adviseren. Stadig is voorzitter van de adviescommissie Wonen en Cultuur. In een nog niet-openbaar advies over het eveneens geheime conceptwetsvoorstel, dat in het bezit is van SC, laakt deze commissie de nog afwezige onderbouwing van het doel van de integrale wet voor de leefomgeving. In het document zijn de belangrijkste hoofdstukken namelijk nog leeg. ‘De basis voor de wet hangt in de lucht. Wat nu voorligt, is te chaotisch om er systematisch iets van te vinden.’

Uitwerking
Duidelijkheid over het doel van de Omgevingswet is cruciaal, benadrukt Stadig, voor het toetsingskader voor de omgevingsvergunning. En is dus van belang voor de actoren in het land – overheid, bedrijven en burgers en ook de rechtspraak – die allemaal met het nieuwe omgevingsrecht te maken krijgen. Nog een verwijt is dat de uitwerking van de details van de Omgevingswet in algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen (denk aan milieunormen, zoals het maximumaantal decibellen bij geluidhinder) heel ver naar achteren wordt geschoven. ‘Ook die vertaalslag is van het hoogste belang, omdat dan pas duidelijk wordt welk juridisch houvast de wet zal bieden.’

Vanuit de adviescommissie Milieu en Duurzaamheid, waarvan Ed Nijpels voorzitter is, komt gelijkluidende kritiek. In haar eveneens nog niet-openbare advies schrijft de commissie dat het concept van de Omgevingswet niet het vertrouwen geeft dat het hier een fundamentele aanpak van het omgevingsrecht betreft. ‘Inhoudelijk is er te veel onduidelijk om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen. Het uiteindelijke doel van de Omgevingswet, de samenhang tussen de wetten en de daaruit afgeleide structuur van de wet zijn niet helder, aldus de VVD-coryfee en voorman van brancheclub NL Ingenieurs. Voor de komst van de Wet milieubeheer in de jaren negentig stuurde Nijpels als milieuminister een heldere schets van deze integrale milieuwet naar de Tweede Kamer. ‘Het eindbeeld van de Omgevingswet is nu nog te globaal. Er is geen zicht op het eindresultaat.’
Het pleidooi van beide commissies is er een ‘aanbouwwet’ van te maken, zoals de Algemene wet bestuursrecht (Awb). ‘Doe het stapsgewijs. Zodra een hoofdstuk klaar is, komen de betreffende onderdelen van alle oude wetten te vervallen,’ adviseert Stadig.

Perspectief
Nijpels vindt dat de makers van de Omgevingswet zich meer in de verwachtingen van burgers en bedrijven moeten verplaatsen. ‘Ze zijn daar beslist mee bezig, maar niet genoeg. Bouw deze wet op vanuit het perspectief van de eindgebruikers en niet vanuit de beleidscyclus van de overheid. De gebruiker moet makkelijk zijn weg kunnen vinden in het omgevingsrecht.’

Nijpels zegt in zijn vier decennia tellende bemoeienis met het openbaar bestuur niet eerder een wetgevingstraject te hebben meegemaakt, waarin zoveel partijen hun zegje mogen doen. ‘Dat is zelfs overdadig veel.’ Stadig signaleert dat als een nadeel. ‘Het projectteam ziet zich nu geconfronteerd met duizenden reacties die men moet verwerken.’ Er is geen tijd voor andere urgenter zaken, aldus Stadig. De bouw zakt in elkaar. Noodoperaties zijn nodig om nu de knelpunten op te lossen, bijvoorbeeld door stedelijke herverkaveling om zo de ontstane patstellingen in de gebiedsontwikkeling tegen te gaan. Grondeigenaren die niets willen, kunnen alles tegenhouden. ‘Er moet ruimte zijn voor quick wins. De Omgevingswet is echter pas op zijn vroegst over vijf jaar klaar. In de tussentijd kan er helemaal niets, want daar is geen capaciteit voor.’

Bron: SC Online