Nieuwsmail ‘Oog op de Omgevingswet’ nummer 11, december 2012

Discussie over het omgevingsrecht

“We gaan deze punten oppakken en er terdege rekening mee houden bij de ontwikkeling van de Omgevingswet en bij de aanpak van de onderliggende regelgeving. Als ik het rapport even snel bekijk, kan ik gelukkig constateren dat de Omgevingswet die we op dit moment aan het ontwikkelen zijn, een oplossing biedt voor de genoemde knelpunten.” Dat was de eerste reactie van minister Schultz van Infrastructuur en Milieu nadat zij en VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma het “Knelpuntenrapport omgevingsrecht voor gemeenten”, opgesteld door Peter Noordanus en prof Friso de Zeeuw, op 29 november in ontvangst hadden genomen.

“Ik begrijp dat de VNG huiverig is om het huidige instrument bestemmingsplan op te geven en in te ruilen voor de integrale omgevingsverordening. De VNG is bang dat de omgevingsverordening die voorzien is in de Omgevingswet, juist door zijn integrale karakter zal leiden tot gedetailleerdere plannen. En – aldus de VNG – bovendien zullen de bestaande bestemmingsplannen per 1 juli 2013 nét helemaal op orde zijn.
Wat de datum van invoering van de Omgevingswet betreft: dat duurt nog wel even, dus de bestaande bestemmingsplannen zullen nog wel een tijdje moeten meegaan. Maar verder ben ik natuurlijk graag bereid om met de VNG over dit onderwerp door te praten, om uiteindelijk te komen tot een gezamenlijk gedragen wetsontwerp Omgevingswet. Want ik stel het op prijs dat de VNG actief meedenkt bij de herziening van het omgevingsrecht, waarvan ook zij de noodzaak ziet,” aldus minister Schultz.

Ook Edward Stigter, programma-directeur Eenvoudig Beter, reageerde op het pleidooi van de VNG om het bestemmingsplan te behouden en niet op te laten gaan in de omgevingsverordening. In een artikel in binnenlandsbestuur.nl zegt hij: “Wij geloven sterk in de omgevingsverordening als flexibel en instrument voor gemeenten, met meer gebruiksgemak voor bewoners en bedrijven. Die is niet op een studeerkamer bedacht, maar gebaseerd op praktijksignalen van gemeenten en gebruikers: er is meer afstemming nodig tussen sectoren, regels zijn versnipperd, onderzoekslasten moeten omlaag en gebiedsontwikkelingen moeten organisch kunnen groeien.” Stigter denkt dat de omgevingsverordening deze knelpunten beter oplost dan het bestemmingsplan, doordat in de verordening de regels rondom ruimtelijke ordening en milieu juist bij elkaar zijn gebracht.

Stigter verwelkomt de discussie rond de Omgevingswet. “De kerngedachte bij de Omgevingswet is dat de gebruiker centraal staat. Dat zijn de gemeenten, provincies en waterschappen, maar ook burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Die worden dan ook actief betrokken bij dit proces. Velen onderschrijven de noodzaak om te komen tot een herziening van het omgevingsrecht. Iedereen onderschrijft de gedachte dat zaken simpeler en effectiever moeten. Dat daar verschillende ideeën over leven, en deze beelden actief worden gewisseld, is niet erg. Wij zoeken vanuit het ministerie juist actief de kennis en ervaring vanuit de uitvoeringspraktijk, door gerichte consultatie, botsproeven en de wisselwerking met de Adviescommissies. Alleen die manier van opereren maakt dat er straks een goede wet ligt. Alleen die werkwijze stelt ons in staat om in maart met een breed gedragen wetsvoorstel naar buiten te treden voor de bestuurlijke consultatie.”

Bekijk hier het hele interview met Edward Stigter

Promoveren op de Omgevingswet

De Omgevingswet in wording biedt ook inspiratie voor wetenschappelijk onderzoek. Jan van den Broek, secretaris van het beleidsteam Milieu, Energie, Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur van VNO-NCW, promoveerde woensdag 19 december bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Maastricht op het onderwerp “Bundeling van omgevingsrecht”. Uitgangspunt bij zijn onderzoek waren de duizenden omgevingsregels regels op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, natuur en water, die versnipperd zijn over vele verschillende wetsystemen. Jan van den Broek stelde zich de vraag of het overzicht in het omgevingsrecht opnieuw zou kunnen worden hersteld door bundeling. Hij ontwikkelde vijf vragen aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of bundeling verantwoord is. Vervolgens geeft hij aanbevelingen voor regelgevers en wetgevingsjuristen die bezig zijn met de ontwikkeling van de Omgevingswet en de Wet natuurbescherming. Zijn dissertatie is uitgegeven onder de titel “Bundeling van omgevingsrecht”.

Zesde tranche Crisis- en herstelwet impuls voor duurzaamheid

De ministerraad heeft op voorstel van minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) ingestemd met het benoemen van drie innovatieve experimenten onder de Crisis- en herstelwet. Ook zijn 3 categorieën projecten toegevoegd die kunnen profiteren van de versnelling van procedures in het kader van de Crisis- en herstelwet.

Op initiatief van Platform 31 kan een aantal gemeenten experimenteren met flexibele bestemmingsplannen. Het gaat om de gemeenten Amsterdam, Beuningen, Den Helder, Maastricht, Overbetuwe en Tynaarloo. Daarnaast zijn er twee innovatieve experimenten toegevoegd in de gemeenten Assen en Katwijk. Doordat twee bestemmingsplannen in deze gemeenten een verlengde looptijd van 20 in plaats van 10 jaar krijgen, kunnen de gemeenten flexibeler inspelen op veranderende omstandigheden.

De nieuwe categorieën in de Crisis- en herstelwet zijn de aanleg van elektrische snellaadstations en van waterstoftankstations en de transformatie van kantoren en industriële gebouwen naar andere bestemmingen. Dergelijke initiatieven, die bijdragen aan duurzaamheid, kunnen nu sneller van de grond komen.
Het bedrijventerrein Amsterdam Connecting Trade (ACT)/A4 Zone West (een bedrijventerrein van 142 ha aan de zuidkant van Schiphol), en Schiphol Logistics Park (SLP) (een bedrijventerrein van 53 ha aan de zuidkant van Schiphol), zijn aangewezen als gebieden waar de gemeente gebruik kan maken van de bestuursrechtelijke versnellingsmogelijkheden van de Crisis- en herstelwet.

Het besluit wordt nu naar de Tweede Kamer gestuurd voor reactie. Daarna wordt het voor advies aan de Raad van State gezonden.

De Crisis- en herstelwet biedt de mogelijkheid anders om te gaan met regelgeving en besluitvorming te versnellen vanwege de economische crisis. Ook bevat de Chw experimentele bepalingen voor gebiedsontwikkeling, innovatie en duurzaamheid. Vooral de uitvoeringspraktijk is met de Chw geholpen. Procedures kunnen worden versneld, terwijl de rechtsbescherming gehandhaafd blijft. Door gebruik te maken van de wet zijn innovatieve duurzame projecten gemakkelijker te realiseren.
De Tweede Kamer heeft afgelopen zomer ingestemd met de verlengde werking van de Crisis- en herstelwet tot het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Daarna zal de Crisis- en herstelwet worden opgenomen in de Omgevingswet en in de Algemene wet bestuursrecht.

Voor de 7e tranche van de Crisis- en herstelwet kunnen tot en met 31 maart 2013 projecten worden aangemeld. U kunt hierover contact opnemen via de postbus (postbus.chw@minienm.nl of telefonisch 070-4561257).

Oproep aan natuur- en milieuorganisaties: deel uw ervaringen met de Chw

Milieu- en natuurorganisaties kijken vanuit een bepaalde hoek naar de Crisis- en herstelwet (Chw). Eenvoudig Beter, de programmadirectie die zich bezig houdt met de implementatie van de wet, zou graag meer willen weten van de ervaringen die milieu- en natuurorganisaties inmiddels met de Chw in de dagelijkse praktijk hebben opgedaan. Enerzijds om van deze signalen te leren; anderzijds omdat Eenvoudig Beter denkt dat de Chw kansen biedt voor milieu en natuur die tot nu toe misschien onvoldoende worden onderkend.
De Milieufederatie Zuid-Holland en de programmadirectie Eenvoudig Beter van het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben daarom het initiatief genomen een discussiebijeenkomst te organiseren waarin ervaringen, vragen en ruimtelijke initiatieven van natuur- en milieuorganisaties centraal staan.
De resultaten van de bijeenkomst zullen worden gebruikt voor de voortgangsrapportage over de Chw die in mei naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd. Ook zullen de ervaringen met de Chw worden gebruikt bij het opstellen en uitwerken van de Omgevingswet.

Aanmelding: postbusCHW@minienm.nl
Wie: vertegenwoordigers van natuur- en milieuorganisaties en/of duurzame initiatieven
Wat: discussiebijeenkomst over de Crisis- en herstelwet
Wanneer: 29 januari 2013, van 14.00 tot 17.00 uur
Waar: Utrecht (precieze locatie volgt)

Kwaliteit als doelstelling Omgevingswet

De Omgevingswet zou niet alleen moeten gaan over een gezonde en veilige leefomgeving, maar ook over ruimtelijke kwaliteit. Met het pleidooi Mooiwaarts roept een groep deskundigen ertoe op om kwaliteit als centrale doelstelling op te nemen in de Omgevingswet. In ruim een week tijd zetten circa 1500 mensen uit de vakwereld, ambtenaren en bestuurders hun handtekening onder het pleidooi. Vorige week boden de initiatiefnemers het pleidooi aan minister Schultz aan.

Een waardevolle leefomgeving betekent dat gebouwen, woonbuurten, werkgebieden, infrastructuur, landschap, steden en dorpen worden gewaardeerd, stellen de initiatiefnemers van Mooiwaarts. Zij vinden dat die belevingswaarde een belangrijke pijler moet zijn onder de Omgevingswet en dat niet alles om normen voor hinder moet draaien.

Lees hier het gehele document.

Minister Schultz-Van Haegen bij NederlandBovenWater

“Het moet anders met besluitvorming en uitvoering in de fysieke leefomgeving. Minder grootschalig, minder centralistisch en meer vanuit vrager en gebruiker gestuurd. Ik ben het daar zeer mee eens en u vindt mij aan uw zijde om dit te veranderen.”
Dit zei minister Schultz van Haegen bij wijze van reactie op de gebundelde lessen en ervaringen die zij kreeg aangeboden tijdens de spiegeldag van NederlandBovenWater op 12 december jongstleden. Zij prees daarbij de inzet van NBW die daadwerkelijk geleid heeft tot concrete aanpassing van geplande projecten aan nieuwe omstandigheden zoals de noodzaak van duurzame oplossingen, groeiende regionale verschillen en de financieel-economische crisis.

Op nationaal niveau moet het Rijk daarvoor een stip aan de horizon zetten en voor goed gereedschap zorgen, zo hield zij haar gehoor voor. Zij bracht in herinnering dat daartoe vorig jaar de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is gepresenteerd en hard wordt gewerkt aan één samenhangende Omgevingswet, een instrument dat gebiedsontwikkelingen stimuleert in plaats van remt.
De minister beloofde een wet die een oplossing biedt voor de knelpunten die gemeenten nu ervaren bij de uitvoering van hun plannen. Eén van die knelpunten is het gebrek aan flexibiliteit dat veel gemeenten ervaren bij het huidige bestemmingsplan. Meer flexibiliteit is één van de doelen van de nieuwe omgevingsverordening die het bestemmingsplan gaat vervangen, bijvoorbeeld doordat minder onderzoeksverplichtingen worden opgenomen. Schultz: “Dus minder dichtgetimmerd, minder gedetailleerd en met meer ruimte voor ideeën en initiatieven.”

Leen van Dijke voorzitter Adviescommissie Verkeer en Vervoer Omgevingswet

Leen van Dijke is Co Verdaas opgevolgd als voorzitter van de Adviescommissie Verkeer en Vervoer Omgevingswet. Van Dijke maakte al deel uit van de adviescommissie als lid. Als drijfveer voor zijn deelname aan de commissie noemde hij destijds: ‘Het moet eenvoudiger, omdat het allemaal heel ingewikkeld is geworden in de wijze waarop we in onze leefruimte met allerlei gerechtvaardigde, vaak tegenstrijdige, claims omgaan. Maar ook beter. (…) Ik wil graag bijdragen aan een betere beoordelingsmethode waarbij we inefficiënties wegnemen, de transparantie van het proces verbeteren met als oogmerk (rechts-)zekerheden te vergroten en belangen beter te borgen.’

 

 

Een grote stap in de herziening van het omgevingsrecht

Bij de begrotingsbehandeling van I en M in november heeft minister Schultz aangekondigd dat met de Omgevingswet direct een grote stap zal worden gezet in de herziening van het omgevingsrecht. Die stap bestaat uit de zes kerninstrumenten van de wet en wat daarbij komt kijken om het te laten werken. Denk bijvoorbeeld aan leges, toezicht en handhaving.
Maar niet alles kan tegelijkertijd. Naar verwachting worden vijftien wetten geheel of grotendeels geïntegreerd in het eerste wetsvoorstel van de Omgevingswet. Dit betreft onder meer de Crisis- en herstelwet, de Tracéwet, de Waterwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet ruimtelijke ordening. Het merendeel daarvan kan bij inwerkingtreding van de Omgevingswet worden ingetrokken. Uit ten minste acht wetten, waaronder de Monumentenwet 1988, de Wet milieubeheer en de Woningwet, worden de gebiedsgerichte delen overgenomen die aansluiten bij de zes kerninstrumenten van de Omgevingswet.

Er zijn delen van het omgevingsrecht, zoals geluid en bodem, die parallel aan de Omgevingswet beleidsmatig worden vernieuwd en die na vaststelling van deze vernieuwingen worden opgenomen in de Omgevingswet. Ook voor het Wetsvoorstel natuurbescherming geldt als eindperspectief dat deze wordt opgenomen in de Omgevingswet. Ruimtelijk relevante onderdelen zoals de natuurvisie, de natuurvergunning en het beheerplan zullen al zoveel mogelijk worden opgenomen in het wetsvoorstel dat in 2013 naar de Tweede Kamer gaat.

Om komend jaar op een inhoudelijk goede manier zo ver te komen, zijn de afgelopen maanden verdiepende consultaties, botsproeven en praktijkverkenningen gehouden. De resultaten daarvan zullen zoveel mogelijk hun beslag krijgen in de toetsversie van de wet. Deze versie wordt volgens planning in maart voorgelegd aan VNG, IPO, UvW en de formeel toetsende instanties zoals Actal, Raad voor de Rechtspraak en het Planbureau voor de leefomgeving. Na verwerking van de formele consultatie en toetsen zal het voorstel voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State.

Om het wetsvoorstel voor de Omgevingswet na behandeling en akkoord in de Tweede Kamer in werking te laten treden is trouwens méér nodig: een Invoeringswet, Omgevingsbesluit, Invoeringsbesluit, Omgevingsregeling en Invoeringsregeling. Ook daaraan moet het komende jaar veel gebeuren. Er is dus opnieuw veel werk aan de winkel rond de herziening van het omgevingsrecht.
 
Congresbundel van VVM over Omgevingswet
Eind november bood de Vereniging voor milieuprofessionals het eerste exemplaar van de congresbundel ‘Inhoud geven aan megawet in wording’ aan minister Schultz van I en M. “Ik ben blij met jullie actieve opstelling bij de herziening van het omgevingsrecht. De ontwikkeling van de Omgevingswet is een complex proces. Het is belangrijk dat ook van uit de hoek van milieu en natuur daarover wordt meegedacht. Ik wil graag van u horen: zitten we op de goede weg?”
De congresbundel bevat de hoofdpunten van de inleidingen en discussies die op het congres over de Omgevingswet op 9 oktober zijn gevoerd. De bundel geeft een goed overzicht van waar we nu staan, welke onderwerpen leven in het veld en hoe vanuit verschillende perspectieven wordt gekeken naar de Omgevingswet.
Exemplaren van de bundel zijn te bestellen bij de VVM, door middel van een mail aan bureau@vvm.info.

Nu al Eenvoudig Beter: Ranking The Rules

Gemeenten in de regio’s Rijnmond, Midden-Holland en de Drechtstreek verminderen de regeldruk verder dan door de Kamer van Koophandel (KvK) Rotterdam wordt gevraagd. In totaal zijn 209 regels ondernemersvriendelijker gemaakt en zijn ruim 100 zaken in voorbereiding om te worden vereenvoudigd. Dat blijkt uit de zogeheten ‘ranking the rules 2012’, een nieuwe jaarlijkse ranglijst van regelvriendelijke gemeenten in het werkgebied van KvK Rotterdam.
Van het hele verzorgingsgebied is in kaart gebracht waar welke vereenvoudigingen zijn of worden doorgevoerd. Het gaat vaak om eenvoudige aanpassingen, zoals een permanente vergunning voor de jaarlijks terugkerende oliebollenkraam, korting bij complete, digitale vergunningaanvragen of zelfcontrole van de milieuvergunning bij goed gedrag.
De Kamer van Koophandel heeft 20 best practices geselecteerd die ook in de andere gemeenten kunnen worden aangepakt. Aan ondernemersverenigingen in alle gemeenten in het gebied van KvK Rotterdam wordt gevraagd om uit deze lijst tien onderwerpen te kiezen die ze ook in hun gemeente graag aangepakt zouden willen zien. De KvK geeft de ondernemerswensen door aan de gemeente met het verzoek ermee aan de slag te gaan.
Aan het eind van het jaar wordt de balans opgemaakt van de vorderingen per gemeente. Ondernemers zien in een oogopslag hoe hard de gemeente opschiet met het aanpakken van hinderlijke regels. Het huidige overzicht laat de stand zien van begin december 2012

Agenda

29 januari: discussiebijeenkomst met natuur- en milieuorganisaties over de Crisis- en herstelwet, van 14.00 tot 17.00 uur, Utrecht

12 februari: informatiebijeenkomst Crisis- en herstelwet, Zwolle, Nieuwe Buitensociëteit. Aanmelding via www.rostra.nl

19 februari: informatiebijeenkomst Crisis- en herstelwet, Eindhoven, Aristo. Aanmelding via www.rostra.nl

5 maart: informatiebijeenkomst Crisis- en herstelwet, Utrecht, Jaarbeurs. Aanmelding via www.rostra.nl

Interessante publicaties

Op onze website zijn alle rapporten en artikelen te vinden onder ‘publicaties’.

Nieuwe publicaties:
Omgevingskwaliteit en ruimte, Berghauser Pont Publishing. Omgevingskwaliteit en ruimte. Auteur: drs. J. van Campen. Dit boek verschijnt op 1 februari 2013.

Deze publicatie geeft inzicht in de relatie tussen ruimtelijk kwaliteitsbeleid en ruimtelijke ordening. Aan de orde komen: welstandstoezicht, beeldkwaliteit en de instrumenten en wetgeving met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit in bredere zin.
De redelijke eisen van welstand gaan in sterk vereenvoudigde vorm op in de gemeentelijke omgevingsverordening van de Omgevingswet. Vooruitlopend daarop wordt in januari 2013 de zogenoemde ‘kan-bepaling’ van kracht. Dit is een breuk in de historie van het welstandstoezicht: voor de beoordeling van de vraag of een bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand is niet langer een deskundig en onafhankelijk advies noodzakelijk.
Omgevingskwaliteit en ruimte geeft niet alleen inzicht in de geschiedenis en de stand van zaken, maar behandelt ook de discussie over toekomstgericht ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het kader van de nieuwe Omgevingswet. Hoe krijgt het ruimtelijk kwaliteitsbeleid vorm in het speelveld van de uitnodigingsplanologie?
Het onderwerp is actueel voor architecten, stedenbouwkundigen, planologen, juristen, beleidsambtenaren, bestuurders; eigenlijk voor ieder die te maken heeft met ingrepen in de ruimtelijke omgeving.