Veel belangstelling voor regionale informatiebijeenkomsten toetsversie Omgevingswet
Drie keer een vol huis in respectievelijk Den Bosch, Rotterdam en Zwolle en een goed gevulde extra bijeenkomst in Spant! te Bussum. Op 23 april werd de reeks regionale informatiebijeenkomsten naar aanleiding van de toetsversie van de Omgevingswet afgesloten. Daarmee hebben in totaal ongeveer 1200 deelnemers zich laten bijpraten over de laatste stand van zaken rond de Omgevingswet.
Een peiling door de dagvoorzitter gaf bij alle bijeenkomsten aan dat het publiek vooral bestond uit gemeente-ambtenaren, gevolgd door medewerkers van provincies en waterschappen, een aantal adviseurs uit bedrijfsleven en (semi) overheid en een enkele bestuurder, meestal op uitnodiging van de programmadirectie.
Het programma besloeg steeds één dagdeel volgens dezelfde opbouw. Een plenair deel met een korte introductie door de dagvoorzitter, een tour langs de instrumenten van de wet door Arjan Nijenhuis, verluchtigd met korte animaties, een presentatie rond het actieprogramma ‘Nu al Eenvoudig Beter’ door Lennert Goemans met een gast uit een van de voorbeeldprojecten. Een ruim bemeten pauze bood gelegenheid om gebruik te maken van de ‘helpdesk live’. De helpdesk bestond uit de mogelijkheid om onder een aantal grote groene ballonnen themagewijs met EB-ers van gedachten te wisselen. Vervolgens werden drie instrumenten (omgevingsplan, omgevingsvergunning en projectbesluit) in interactieve deelsessies verder uitgediept. Met een tweede ronde ‘helpdesk live’ werden de bijeenkomsten afgerond.
Een opvallend gegeven uit de peilingen door de dagvoorzitters was dat zeker driekwart van de aanwezigen nog niet eerder een bijeenkomst in het kader van de Omgevingswet bezocht. Uit een inventarisatie van de ‘pijn-en-fijn-punten’ door de agvoorzitters bleek dat men in principe sympathiek staat tegenover het idee van vereenvoudiging en verbetering van het omgevingsrecht, maar dat men voor uitvoering nog wel veel beren op de weg ziet.
De presentaties die tijdens de informatiedagen zijn gehouden zijn terug te vinden op de website ‘Omgevingswet: Eenvoudig Beter’. De animaties zijn te zien op You Tube.
Illustratie: Fokke en Sukke die onderdelen van de bijeenkomsten kernachtig samenvatten.
Inwerkingtreding permanente Crisis- en herstelwet
De verlengde Crisis- en herstelwet (Chw) is met ingang van 24 april in werking getreden. Een klein deel van de wet treedt op een later moment in werking, tegelijkertijd met een Algemene maatregel van bestuur ter uitwerking van enkele artikelen uit de wet.
Bij het deel van de wet dat later wordt ingevoerd gaat het om wijzigingen die samenhangen met het verkorten van de procedure voor het verkrijgen van omgevingsvergunningen voor tijdelijke afwijkingen van het bestemmingsplan (van 26 naar 8 weken) en het loslaten van de nu geldende maximale termijn van vijf jaar voor die tijdelijke afwijkingen.
Een andere zogenoemde quick win die wel meteen wordt ingevoerd betreft het verbreden van het toepassingsbereik van de regeling voor houdbaarheid van onderzoeksgegevens tot minimaal 2 jaar.
Door het verlengen van de looptijd van de Chw kan de praktijk langer profiteren van de mogelijkheden die de wet biedt voor een betere besluitvorming over en snellere uitvoering van projecten. De Eerste Kamer ging op 26 maart akkoord met verlenging van de wet. De looptijd van de Chw wordt voor onbepaalde tijd verlengd, tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de wijziging van de Algemene wet bestuursrecht. De Chw zal uiteindelijk hierin opgaan.
De wet is gepubliceerd in het Staatsblad van 24 april 2013.
Ronde Tafel over de Omgevingswet
Op 4 april had een Ronde tafel plaats naar aanleiding van de totstandkoming van de toetsversie van de Omgevingswet. Op uitnodiging van minister Schultz waren vertegenwoordigers van de koepels VNG, IPO, UvW en van het bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap aanwezig.
Besproken werden onder meer het eindbeeld van de stelselherziening omgevingsrecht en het proces van de uitvoeringsregelgeving. Minister Schultz constateerde met vreugde dat de eerste indruk van de aanwezigen over de toetsingsversie positief was. Tegelijkertijd gaven partijen aan dat ze het geheel nog niet kunnen overzien omdat nog veel op Amvb-niveau zal worden uitgewerkt.
Momenteel onderzoekt Eenvoudig Beter hoe deze 117 Amvb’s kunnen worden geclusterd. Hierover stelt de programmadirectie een hoofdlijnennotitie op, die meegaat met het wetsvoorstel zoals dat wordt aangeboden aan de Raad van State voor advies.
De koepels hebben, net als enkele formeel toetsende instanties als Actal (administratieve lasten), tot 1 mei de tijd om hun formele reactie op de toetsversie te formuleren.
Kabinet stimuleert duurzaam groeien, innoveren en concurreren
Nederland moet op een duurzame manier groeien, innoveren en concurreren. Het kabinet wil het concurrentievermogen van Nederland versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie terugdringen. Bovendien wil Nederland in internationaal verband naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050 en een aandeel van zestien procent duurzame energie in 2020.
Het kabinet gaat de groene groei stimuleren door bijvoorbeeld wet- en regelgeving aan te passen waar deze belemmerend werkt voor groene innovaties of voor duurzaam handelen. Deze regels worden aangepakt en er komt meer ruimte voor duurzame experimenten in de Omgevingswet door het generiek maken van de experimenteerbepaling uit de permanente Crisis- en herstelwet en dankzij versoepeling van onderzoekseisen.
Minister Kamp (EZ) en staatssecretaris Mansveld (IenM) maakten donderdag 28 maart na de ministerraad bekend hoe het kabinet de groene groei verder gaat stimuleren.
Crisis- en herstelwet stimuleert rijden op waterstof
Om Nederland kennis te laten maken met rijden op waterstof wordt het aantal waterstoftankstations de komende twee jaar uitgebreid. In de 6e tranche van de Crisis- en herstelwet is een nieuwe categorie opgenomen die zorgt voor versnelling van de procedure, om de aanleg en uitbreiding van tankstations met waterstoftankinstallaties te stimuleren.
In Rotterdam wordt rond de jaarwisseling een nieuw openbaar waterstoftankstation gerealiseerd dat geschikt is voor bussen en personenauto’s. Daarnaast is er een nieuw station in Helmond op de Automotive Campus NL in voorbereiding en zijn er concrete plannen om bestaande waterstoftankstations in Amsterdam en Arnhem op te waarderen en technisch geschikt te maken voor de nieuwste generatie voertuigen. Staatssecretaris Wilma Mansveld (Milieu) maakte op 10 april deze activiteiten in het kader van duurzame mobiliteit bekend tijdens een werkbezoek aan waterstofproducent Air Liquide in Rotterdam.
Om de marktintroductie van brandstofcelvoertuigen mogelijk te maken gaan het rijk, koplopers uit gas- en auto-industrie en decentrale overheden de komende paar jaar kennis en ervaring opdoen met waterstofprojecten zoals de aanleg van waterstoftankstations. Het doel is randvoorwaarden te formuleren op het gebied van veiligheid, vergunningverlening en fiscaliteit en tegelijkertijd de maatschappij kennis te laten maken met het rijden op waterstof. Op dit moment rijden er in Nederland al een paar OV-bussen op waterstof in demonstratieprojecten. Binnenkort worden hier enkele personenauto’s en nieuwe bussen aan toegevoegd. Nederland werkt in Europees verband – samen met Denemarken, Zweden, Frankrijk, Engeland en Duitsland – aan een geharmoniseerde uitrol van een Europees netwerk van waterstoftankinfrastructuur.
Rijk en medeoverheden voeren verkenning uit naar implementatie
Het rijk heeft samen met vertegenwoordigers van IPO, VNG en UvW afgesproken om een verkenning uit te voeren naar de implementatie van de Omgevingswet. Het garanderen van een tijdige inwerkingtreding van de Omgevingswet is een grote en ingewikkelde operatie. Alleen al ca. 50.000 ambtenaren moeten met het nieuwe stelsel gaan werken. Het totaal aantal gebruikers is nog veel groter; van burgers en bedrijven tot en met adviesbureaus en advocaten.
Een goede implementatie is cruciaal voor het bereiken van de verbeterdoelen van de Omgevingswet. “Het succes van de wet ligt niet zozeer in het maken ervan, maar in de implementatie en de uitvoering” meldde minister Schultz al in juni 2012 aan de Tweede Kamer. Niet de kennis van de wet- en regelgeving is doorslaggevend voor het bereiken van de verbeterdoelen, maar de wijze waarop de wet- en regelgeving wordt toegepast.
Doel van de verkenning is het komen tot een deugdelijk implementatieprogramma. Het resultaat is een set afspraken tussen rijk en decentrale overheden over welke producten op welk moment geleverd moeten worden en wie daarbij welke verantwoordelijkheid heeft voor ontwikkeling, beheer en bekostiging). De afspraken gaan over:
- invoeringsbegeleiding (trainingen, handreikingen),
- een informatiepunt (met onder andere een helpdesk en klachtenmeldpunt),
- digitale informatievoorziening (waaronder aanpassing van het omgevingsloket online) en
- uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving onder de Omgevingswet.
Rijkswaterstaat voert de verkenning uit. In de verkenning werken de departementen IenM, EZ, BZK en OCW nauw samen met IPO, VNG en UvW. Streven is dat de verkenning eind 2013 is afgerond, zodat begin 2014 op basis van de verkenning het rijk en de medeoverheden afspraken kunnen maken over het implementatieprogramma.
Onderzoek knelpunten en winstpunten Oranjewoud
Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud doet in opdracht van Eenvoudig Beter onderzoek naar onderbelicht gebleven knelpunten in het omgevingsrecht en mogelijke oplossingen bij de uitwerking van de uitvoeringsregelgeving (Amvb’s) bij de Omgevingswet.
Tegelijk met het werken aan de wetsteksten is Eenvoudig Beter al druk bezig met de voorbereiding van de uitvoeringsregelgeving (Amvb’s). De verwachting is dat vooral op dit niveau de winst van de Omgevingswet tot uiting zal komen. Dat vraagt een goede vertaling van bestaande praktijkknelpunten naar oplossingen in de Amvb’s bij de Omgevingswet.
Robert Forkink is samen met Edwin Oude Weernink verantwoordelijk voor het onderzoek aan de kant van Oranjewoud: “ Wij maken nog eens een inventarisatie van mogelijk onderbelicht gebleven knelpunten bij een aantal specifieke doelgroepen door middel van een literatuuronderzoek. Aan vijftig belanghebbenden is gevraagd met behulp van een online enquête de knelpuntenlijst aan te vullen. Daarnaast zijn met een groot aantal belanghebbenden – van Staatbosbeheer tot NUON, van Rijkswaterstaat tot veiligheidsregio’s – vier workshops doorlopen. Vervolgens zullen we in samenwerking met de beleidsmensen van de programmadirectie een sturend kader ontwikkelen dat ervoor moet zorgen dat de hoofdlijnen voor het Amvb-traject zo worden uitgewerkt dat de winst van de wet ook daadwerkelijk kan worden verzilverd in de uitvoeringsregelgeving.”
Nu al Eenvoudig Beter: de praktijk van morgen nu al bekijken
Op veel plaatsen ontdekken medeoverheden en private initiatiefnemers relatief nieuwe wettelijke instrumenten. Denk bijvoorbeeld aan versnelling en flexibiliteit bij ruimtelijke ontwikkeling dankzij de Crisis- en herstelwet. Daarnaast vereenvoudigen en verbeteren besturen en bedrijven hun eigen regels, procedures en werkwijzen. Stelselherziening gaat immers ook over herijking van ambtelijke-, bestuurlijke- en bedrijfscultuur. Over ‘Ja, mits’ durven zeggen in plaats van ‘Nee, tenzij’.
Met het actieprogramma Nu al Eenvoudig Beter inspireert de programmadirectie Eenvoudig Beter overheden en bedrijven om goede voorbeelden met elkaar te delen, kansen te benutten en nu vast ‘in de geest van’ de Omgevingswet aan de slag te gaan. Met een aantal sprekende voorbeelden presenteerde Lennert Goemans het actieprogramma ‘Nu al Eenvoudig Beter’ de afgelopen weken voor het eerst tijdens de vier regiobijeenkomsten rond de toetsversie van de Omgevingswet. ‘Nu al Eenvoudig Beter’ zal vanaf nu vaker opduiken.
Het actieprogramma omvat onder meer de website www.rijksoverheid.nl/nualeenvoudigbeter waar een groeiende lijst van inspirerende voorbeelden wordt gegeven. U kunt uw eigen voorbeelden aanmelden via postbus.eenvoudigbeter@minienm.nl Uit deze voorbeelden zal een aantal genomineerden worden geselecteerd voor de jaarlijkse ‘Nu al Eenvoudig Beter Trofee’. Tijdens haar werkbezoek op 12 juni aan ‘het eiland van Schalkwijk’ te Houten zal minister Schultz de eerste nominatie bekend maken. Na in totaal vijf nominaties reikt de minister 12 december tijdens een bestuurdersbijeenkomst met IPO, VNG en UvW de Trofee uit.
Een andere pijler van het actieprogramma bestaat uit een reeks excursies naar goede voorbeelden in zowel landelijk als stedelijk gebied. De reeks is gestart met bezoeken in het kader van vereenvoudiging regels en procedures (Boekel) en flexibel bestemmen (Cruquiusgebied Amsterdam). Voor programma’s en aanmeldingen www.landwerk.nl/nual of www.platform31.nl/nual. Vanaf nu tot in ieder geval eind 2013, wordt onder de titel en het logo ‘Nu al Eenvoudig Beter’ de lopende reeks praktijkverhalen voortgezet in het hart van RO Magazine.
‘Nu al Eenvoudig Beter’ werkt op dit moment ook aan het opzetten van een reeks pilots waarin geselecteerde kandidaten kunnen gaan proefdraaien met onderdelen van het nieuwe instrumentarium van de Omgevingswet. Tijdens de laatste regiobijeenkomst op 23 april in Bussum meldde deze gemeente zich aan om de vereenvoudiging en actualisering van de bestemmingsplannen door te trekken naar een omgevingsplan volgens de Omgevingswet.
Stedelijke herverkaveling in Omgevingswet
De nieuwe Omgevingswet is een mooie gelegenheid om mogelijkheden te verkennen voor wettelijke stedelijke herverkaveling. Dat vertelde Edward Stigter, directeur van het interdepartementale programma Eenvoudig Beter, op het vakevenement Stad en Ruimte in Ede. Hij deed deze uitspraak tijdens een debat over de Omgevingswet.
De andere debaters waren RO-wethouder van Haarlem Ewout Cassee, vergunningenspecialist Rick Rodrigues de Miranda (Oranjewoud) en Daniella Nijman, advocaat omgevingsrecht bij Holla Advocaten. Zij gingen in op bestaande knelpunten in het huidige omgevingsrecht en de mogelijke oplossingen hiervoor in de Omgevingswet. Nijman schetste vooral het beeld dat de huidige wetgeving te sectoraal is, wat volgens haar kan worden opgelost met één allesomvattende Omgevingswet. Volgens Rodrigues de Miranda worden ondernemers momenteel ernstig belemmerd, omdat zij tegen te veel mitsen en maren aanlopen, vooral in bestemmingsplannen. De dynamiek van vandaag past niet bij het huidige, stroperige omgevingsrecht zoals het er nu ligt. Hij juicht de vereenvoudiging dan ook toe.
(Stedelijk Interieur, 25 april 2013)
Agenda
16 mei: Nu al Eenvoudig Beter: nieuwe modelregelgeving waterschappen. Aanmelding via Landwerk.
23 mei: Nu al Eenvoudig Beter: bestemmingsplannen nieuwe stijl. Aanmelding via Landwerk.
12 juni: Nu al Eenvoudig Beter: flexibel bestemmen en tijdelijk gebruik. Aanmelding via Landwerk.
Interessante publicaties
Op onze website zijn alle rapporten en artikelen te vinden onder ‘publicaties’.
Nieuw informatiemateriaal over de Omgevingswet
Er is nieuw informatiemateriaal beschikbaar over diverse aspecten van de Omgevingswet. Er zijn informatiebladen over het waarom en hoe van de Omgevingswet (‘Beter in balans’), over de belangrijkste veranderingen die de Omgevingswet teweeg brengt, de winst van de wet en de zes kerninstrumenten van de wet. De informatiebladen zijn digitaal te vinden op https://omgevingswet.pleio.nl/ onder Publicaties. Papieren exemplaren kunt u bestellen via postbus.eenvoudigbeter@minienm.nl.
Mensen zijn niet per se tegen regels, maar wel tegen regels die problemen niet oplossen
Actal, het Adviescollege toetsing regeldruk, heeft een verzameling onderzoeken en inzichten rond regeldruk gebundeld in een boek. Tegelijkertijd krijgt minister Plasterk in deze bundel een tiental adviezen, die hem moeten helpen om de regeldruk daadwerkelijk te verminderen. Het advies ‘Merkbaar minder regeldruk’ is op 19 april 2013 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gestuurd. Een greep uit de bevindingen en adviezen.
– De overheid moet zich voortdurend realiseren wat regels precies teweeg brengen. Burgers en ondernemers denken in termen van specifieke domeinen, niet specifieke wetten. En een kabinetsdoelstelling van 2,5 miljard aan vermindering van regeldruk bij de rijksoverheid is mooi, maar zegt weinig over problematieken waarbij ook andere overheden betrokken zijn – zeker als er decentralisaties in het spel zijn.
– Het gaat natuurlijk om de inhoud, maar reductiestreefcijfers maken het wel concreet. Of zoals Actal het zegt: ‘De disciplinerende werking van een ambitieuze netto-reductiedoelstelling blijft onverminderd nodig om de regeldruk te verminderen.’
– Een belangrijk advies van Actal aan de overheid is het zelfregulerende vermogen van de samenleving niet te onderschatten. Op de domeinen zorg, onderwijs, wonen, en pensioenen (en ook de leefomgeving past in dit rijtje) past wellicht beter een faciliterende rol dan een regelgevende.
– Bij de uitvoering moet ‘de menselijke maat’ leidend worden. Voor een informele aanpak is vaak best ruimte. ‘Gewoon even bellen’ als iemand officieel bezwaar maakt kan de ervaren regeldruk snel wegnemen.
– Specifieke groepen zoals chronisch zieken en ouderen worden vaak overladen met regels en procedures. Ook daar ziet Actal ruimte voor meer maatwerk.
– Op fundamenteler niveau ten slotte moet de overheid zich vooraf de vraag stellen waarvoor Actal werd opgericht: is nieuwe regelgeving wel het beste instrument, en zo ja, wat is de ‘terugverdientijd’ van de veranderkosten?
Het boek is te verkrijgen via www.actal.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de secretaris van het college, Rudy van Zijp, 06 4460 6491.
Jaarverslag commissie MER 2012
Onafhankelijk meedenken is essentieel bij milieueffectrapportages. In 2012 adviseerde de onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage bij tweederde van alle milieueffectrapporten om belangrijke verbeteringen aan te brengen. Zij experimenteerde met het adviseren van overheden op meerdere momenten in het besluitvormingsproces, in plaats van alleen het toetsen van milieueffectrapportages als deze gereed zijn. De eerste bevindingen zijn positief. Dit is te lezen in het jaarverslag 2012.
M.e.r. en ruimte
In de publicatie ‘M.e.r. en ruimte’ staat de relatie tussen de milieueffectrapportage (m.e.r.) en de ruimtelijke ordening centraal. De praktijk is op dit moment nog bezig om zich de ontwikkelingen van de afgelopen jaren eigen te maken. Deze uitgave is een bruikbaar hulpmiddel voor de praktijk van de m.e.r.-regelgeving. (Berghauser Pont, 8 april 2013.
Demografische ontwikkelingen 2010-2040: ruimtelijke effecten en regionale diversiteit
Tot 2040 staan Nederland grote demografische veranderingen te wachten. Zoals de vergrijzing, en de bevolkingskrimp die nu al in delen van het land optreedt. In veel gebieden staat niet vast of en wanneer er krimp gaat optreden. Waar de bevolking wel blijft groeien, is weer grote onzekerheid hoe groot die groei dan zal zijn. Als er één ding zeker is, dan lijkt het wel te zijn dat de bevolkingsontwikkeling de komende decennia nergens ‘business as usual’ is. Wat voor effecten kunnen de demografische ontwikkelingen hebben op het ruimtegebruik? En wat betekenen deze ontwikkelingen voor verschillende delen van Nederland? Op verzoek van het ministerie van IenM heeft het Planbureau voor de Leefomgeving cijfers en kennis hierover uit eerdere PBL-studies en andere publicaties op een rij gezet. www.pbl.nl/publicaties
Katern Praktijkboek Bestemmingsplannen en procedures
Het ‘Katern Praktijkboek Bestemmingsplannen en procedures’ geeft een update van de eisen waaraan een bestemmingsplan moet voldoen om ongeschonden door een beroepsprocedure te komen. (Sdu Uitgevers, 2013).
Bron: Eenvoudig Beter